hoogstamboomgaard

Perenras


Comtesse de Paris

 

Comtesse de Paris

 

Boom: De boom groeit matig, vormt meer een brede dan een hoge struik. Kruinvorm is breedpiramidaal.

Bloei: Bloeitijd is vroeg. Bloeit middellang, wel vorstgevoelig. Bloei aan vruchttwijgen en korthout.

Gevoelig voor: Koper en zwavel bespuitingen, en vroegtijdige vruchtval. Zeer gevoelig voor perenbloesemsnuitkever.

plukrijp: Half oktober, wat eigenlijk later zou moeten zijn (november) omdat dit de rijpheid ten goede komt.
Helaas geeft dit veel verlies door vogelvraat. Moet bij kamertemperatuur liggen om rijp te worden.

consumptierijp: December tot februari. Behoort tot onze laatste winterperen.

afmetingen: Middel groot tot groot, langwerpig, peervormig.

kelkholte: Vlak, nauw, ook afwezig, ook zwakbultig.

kelk: Groot en open. Vaak met roestkap.

steelholte: Ontbreekt, dikwijls met roestkap. Voorzien van kleine vleesknobbel waardoor de steel opzij wordt geduwd.

steel: Normaal, veelal scheef ingeplant, dik, bruin, houtachtig, gedeeltelijk bezet met knopjes.

schil: Droog, ruw, dik, hard en taai. Voor consumptie schillen.

grondkleur: Bleekgroen, op kwee iets minder groen.

dekkleur: Bleekgroen bedekt met roestvlekken. Verandert weinig van kleur bij rijpheid.

vruchtvlees: Groenachtig tot geelachtig wit, saprijk, zoet met een iets zurige ondertoon, zonder bepaalde aroma. Fijn korrelig (griesmeelachtig), smeltend of halfsmeltend.

klokhuis: Kelkwaarts, vrij groot en goed met zaden bezet.

Oogst: Vroeg en regelmatig, let op het dunnen! Zeer laat, vruchten hangen windvast, hangen enkel of paarsgewijs.

Bewaren: Goed te bewaren. Bij laat plukken en koelen is Comtesse de Paris houdbaar en nog goed bruikbaar als handpeer tot in januari . Onrijpe peren zijn ook goed houdbaar.

Herkomst: Frankrijk. Gewonnen door de kweker William Fourcine te Dreux 1882 die zijn teelt aan de Gravin van Parijs (Comtesse de Paris) opdroeg.


Terug